Dharma-onderwijs

Het achtvoudige pad - Juiste meditatie

Meditatie is het diepste en minst begrepen aspect van het Achtvoudig Pad. Wat meditatie precies is, wat het doet en hoe het dat doet, is niet volledig bekend. Maar het lijdt geen twijfel dat de beoefening van meditatie van essentieel belang is bij het verwezenlijken van het leven van Boeddha. Je kunt het vergelijken met een 'locomotief' die de 'trein' van de Zenbeoefening trekt. Als de locomotief rijdt, gaat de rest vanzelf; als zij stil staat, staat de rest ook stil of gaat het wellicht bergafwaarts.

De verschillende boeddhistische tradities beoefenen velerlei soorten meditatie maar de meeste kennen twee kanten: concentratie (op één punt gerichte aandacht) en gewaarzijn (inzicht in de dingen zoals ze zijn). Het soort meditatie dat we in onze orde beoefenen behoort tot de Sōtō-Zentraditie. Het wordt wel 'stille belichting meditatie' genoemd hetgeen een vertaling is van een vroegere term (nl. mokusho) voor 'zazen' en 'shikantaza'. Concentratie en inzicht verkeren hierbij in een harmonieus evenwicht, hetgeen een meditatievorm verschaft die door beginners zowel als gevorderden hun leven lang kan worden beoefend.

De zithouding
Binnen Zen zijn er een aantal scholen die een specifieke zithouding benadrukken. Die van ons benadrukt de juiste geest van meditatie en past de zithouding aan de lichamelijke bijzonderheden van de persoon aan. Hierbij heb je natuurlijk instructie nodig van een bevoegd en ervaren meditatieleraar. Als je ervoor kiest de stille belichting meditatie te beoefenen raden we je aan een monnik van onze orde te raadplegen. Deze kan je erbij helpen de zithouding te vinden die voor jou persoonlijk het meest geschikt is. Ook kunnen zij vragen over lichamelijke zowel als geestelijke aspecten van de meditatiebeoefening beantwoorden. Brochures over dit soort meditatie zijn in alle meditatiegroepen en tempels beschikbaar en boeken kunnen worden aanbevolen.

De geest van meditatie
De stichter van onze orde, de eerw. meester Jiyu-Kennett, die onder enkele van de grootste meditatiemeesters van Japan heeft gestudeerd, zei dat het cruciale bestanddeel van de geest van meditatie, zoals dat in de klassieke Zenteksten beschreven staat, is: 'niet trachten te denken en ook niet trachten niet te denken'. Ze vergeleek de geest van meditatie met iemand die onder een brug zit met veel verkeer erover. Het 'verkeer' op de weg zijn onze gedachten, gevoelens, observaties. enzovoorts. Bewust te proberen dit verkeer te stoppen is 'trachten niet te denken'. Dat is ook het geval als we de geest zo verdoven dat we niet meer merken dat er verkeer is. Dit zou allebei de harmonie van de meditatie ernstig verstoren: in het eerste geval doordat je de concentratie in zo'n mate doet toenemen dat je niet meer waarneemt; in het tweede doordat je je gewaarzijn zo doet afnemen dat er alleen concentratie overblijft. Anderzijds, opstaan en je zitplaats verlaten om een lift aan te nemen van één van de auto's is 'trachten te denken'. Je geest wordt dan gevangen en meegesleurd door een specifieke gedachte of gevoel zodat wat alleen maar een voorbijgaande gedachte was een hele keten van gedachten wordt. In dit geval was er te weinig concentratie zodat je gewaarzijn geheel het contact verliest met het primaire gegeven van 'de-dingen-zoals-die-zijn': namelijk het feit dat we hier gewoon aan het zitten zijn. Telkens wanneer we zien dat we iets anders aan het doen zijn dan eenvoudigweg zitten, voeren we onze geest zachtjes aan terug naar het hier en nu. Dit wordt keer op keer gedaan en is het werk van de meditatiebeoefening.

Eerw. meester Jiyu wees ook op het zinvolle onderscheid tussen natuurlijk en opzettelijk denken. Veronderstel bijvoorbeeld dat er een hond aan het blaffen is tijdens het mediteren. Natuurlijk horen we dat en misschien komt er de gedachte op dat er een hond blaft. Dit is een voorbeeld van natuurlijk denken, het is deel van 'de-dingen-zoals-ze-zijn', onderdeel van het eenvoudigweg wakker zitten. Dit is meditatie en er hoeft niets mee te gebeuren. Maar veronderstel nu dat we die gedachte voortzetten: we gaan denken dat het geblaf onze meditatie verstoort en dat de buurman zijn hond beter de baas zou moeten zijn; dat er echt iets gedaan zou moeten worden aan zo'n gebrek aan achting..., en het volgende waarvan we ons gewaar worden is dat we 'wakker worden' en ons realiseren dat we er de afgelopen vijf minuten mee bezig waren onze buurman een preek te geven. Dit is opzettelijk denken en is tegengesteld aan stille belichting meditatie. We hoeven nu de geest alleen nog maar terug te voeren naar het eenvoudigweg zitten.

Algemene vragen:

Oorspronkelijke titel:
Publicatiedatum: 2001
Vertaling: Eerw. Hakuun Barnhard en Michel Tille

in 1968 boeddhist in onder leiding van eerw. Eugene Wagner van de American Buddhist Order, en hij werd in 1973 tot monnik gewijd door Eerw. meester Jiyu-Kennett in Shasta Abbey. Hij werd in 1978 benoemd tot meester en was hoofd van de  Orde van Boeddhistische Contemplatieven tot zijn dood door lymfatische kanker in april 2003 op 57-jarige leeftijd.