Dharma-onderwijs

Ons leven in het grotere geheel

Ik wil jullie allen van harte welkom heten op deze retraite en jullie wijzen op de kansen die hiermee geboden worden. Het is een tijd om na te denken over het grotere geheel waarvan ons leven een deel is, en op deze ochtend wil ik het hierover hebben. Jullie hebben waarschijnlijk allemaal wel eens een digitaal geproduceerde film gezien over het heelal.

Vaak begint zo'n film met een blik op de aarde vanuit de ruimte. Een aarde die kleiner en kleiner wordt en uiteindelijk uit het zicht verdwijnt, vanuit een gezichtspunt dat achterwaarts steeds dieper de uitgestrektheid van het heelal induikt. Net zo lang tot ook het melkwegstelsel nog maar een lichtpuntje is dat vervolgens ook weer verdwijnt in een nog grotere onmetelijkheid, tot het punt waarop de geest het allemaal niet meer echt kan bevatten en het opgeeft. Vaak denken we daaraan als we het hebben over het grotere geheel, maar dat is niet het grotere geheel waar ik het hier over wil hebben, ook al plaatst het beeld van de kosmos onze menselijke beslommeringen wel in een bepaald perspectief.

Maar zelfs de wetenschappers, de astronomen, stel dat zij werkelijk het gehele universum zouden kunnen overzien, in een oogopslag, ‒ wat zou er met hen gebeuren als angst en verlangen zouden opkomen? De grote visie zou in scherven vallen en het eigenbelang zou zijn plaats opeisen. Als je naar de weidsheid van dat beeld kijkt of 's avonds naar de sterrenhemel, en vervolgens naar de vallei hier beneden of naar de muur of de ruimte voor je, steeds kijk je vanuit een standpunt. Zelfs de overweldigende aanblik van het heelal vindt plaats vanuit een punt, een punt dat zich steeds verder weg beweegt ‒ en waarheen? Het middelpunt van het heelal? Maar altijd vanuit een bepaald punt.

Loslaten
De blik op het grotere geheel bij meditatie is van een andere orde. Het is een zienswijze die voortkomt uit het loslaten van eigenbelang. Het is een blik die voortkomt uit het loslaten van een standpunt. Het is behoorlijk moeilijk om dat te begrijpen, misschien zelfs moeilijker dan je een voorstelling maken van de onmetelijkheid van het heelal. We zijn zo gewend om te denken vanuit een standpunt dat het haast onvoorstelbaar is niet op die manier te kijken. Dat is op zich niet zo vreemd, want ons lichaam en onze geest zijn op een bepaalde manier opgebouwd. We hebben twee ogen die naar voren kijken, we hebben zintuigen die de wereld waarnemen op een wijze die gecoördineerd wordt in het brein, een punt. Dus is het niet zo verbazend dat we denken zoals we denken, waarnemen zoals we waarnemen. En daar is niets mis mee, zolang we ons bewust zijn van het bestaan van een groter geheel. En wat we het kleinere gedeelte, het kleine plaatje kunnen noemen, verhoudt zich tot het grotere geheel als de aarde tot het heelal. Het zou belachelijk zijn om de aarde ergens buiten het heelal te willen plaatsen; en net zo is onze blik vanuit een standpunt op het kleinere deel een onderdeel van het grotere geheel. En niet vasthouden aan een standpunt betekent niet dat we geen aandacht meer geven aan het kleinere deel en alleen nog maar oog hebben voor het grotere geheel. Het is eerder zo dat we het vermogen moeten hebben om te kunnen stromen en niet vast te zitten in een standpunt zodat we onze blik tussen ver en nabij kunnen laten wisselen, inzoomen en uitzoomen, van het kleinere deel naar het grotere geheel, van groter geheel naar kleiner deel, in een vloeiende beweging zicht houden op zowel kleiner deel als groter geheel.

Wat nemen we waar?
Zicht krijgen op het grotere geheel is niet mogelijk zonder aandacht voor het kleinere deel. We moeten begrip krijgen voor de werking van onze eigen processen, hoe we een bepaalde blik op de wereld creëren en hoe we vervolgens de wereld op deze door onszelf voortgebrachte manier bekijken. Het is tragisch als mensen hun hele leven piekeren over wat iemand wel of niet heeft gezegd ‒ wanneer we onze gekwetstheid voeden ‒ terwijl er vóór onze neus, áchter ons, bóven ons, overál de uitgestrektheid van het grotere geheel is. Natuurlijk, we leven in een samenleving met andere mensen; er is geen groter geheel zonder het kleinere deel. Maar alleen het kleinere deel zonder het grotere geheel betekent lijden.

We denken misschien dat we het grotere geheel wel zien, maar om alleen al zo te denken betekent dat je alleen het kleinere deel ziet. Je kijkt nog steeds vanuit een bepaald punt. Maar wanhoop niet. Het grotere geheel is niet ver weg. Probeer het te zien in termen van zelfloosheid. Als we denken dat we met succes het zelf hebben opgegeven, dan is er duidelijk nog werk aan de winkel. We bekijken het universum vanuit een bepaald punt. Maar tegelijkertijd hebben we een intuïtief gevoel dat er meer is dan een zelfzuchtig standpunt. Als ik het over een zelfzuchtig standpunt heb, dan bedoel ik daarmee al de denkbare nuances, van het meest grove egoïsme tot de meest subtiele, nauwelijks herkenbare zelfzuchtigheid.

Waarom ruimer waarnemen?
universumHet is jammer als we ons hele leven piekeren over het kleinere gedeelte, als we steeds proberen het zo in te richten dat we bevredigd worden. We hebben dat intuïtieve gevoel dat er meer in het leven is dan ons eigenbelang. Deze intuïtie is hier onder ons aanwezig; het is de reden dat we hier zijn. We zullen misschien allemaal op andere wijze het waarom formuleren, maar er is iets dat ons hierheen bracht. Het is dat 'iets' waar ik naar verwijs, die intuïtie, de wens om te oefenen, te trainen. Kijk tijdens het zitten hoe soms die 'jij' er is, die zich zorgen maakt, bang is, gekweld, vol pijn, en hoe er dan ook datgene is dat het object is dat die angst of pijn of wat dan ook veroorzaakt. Neem waar hoe we het verschil maken tussen die 'jij' en dat object, tussen subject en object, ik en de wereld, ik en jij. Als de persoon naast je zit te snuiven of te draaien, dan is dat gewoon een omstandigheid van het universum. Waarom zou je je er druk om maken? Maar tjongejonge, wat kan dat je dwars zitten! Maar waarom nou eigenlijk? Als je energie steekt in een subject, zal dat subject je dwars gaan zitten. Als je aandacht en energie steekt in een subject dat boven het alledaagse uitstijgt, tjongejonge, dan zit het je nog steeds dwars. Laat het gewoon maar snuiven en draaien.

En als je geest je dwarszit, ga er dan net zo mee om. Je weet hoe we hier omgaan met de dingen. Als iemand snuift of draait, dan is het niet aan jou om erheen te lopen en te zeggen dat het afgelopen moet zijn. Dat is een van de genoegens van de training. Als jouw geest hetzelfde doet, als je geest je kwelt met angsten en verlangens, zorgen en twijfels of wat dan ook, dan zijn dat gewoon de omstandigheden van het universum, hier en nu. En net zo min als je naar die persoon loopt die snuift en draait, zo doe je ook verder niets met je geest met al zo'n gedoe. Want als je dat wel doet, dan geef je alleen maar de draaimolen van samsara een fikse zet. Wat het ook is dat je doet, het heeft niets te maken met meditatie. Alleen maar zitten. Verder niets. Het is echt niet meer dan dat. En tegelijkertijd is het natuurlijk echt niet zo eenvoudig, of toch wel?

Inspanning
Er is in dit alles ook iets van een inspanning, en we lijken ook wel te struikelen over onze eigen inspanning. En toch, zonder inspanning zouden we niet eens aan meditatie zijn begonnen. Hier raken we een heel belangrijk punt, het punt waarop het kleinere deel en het grotere geheel samenkomen. Grotere geheel en kleiner deel zijn geen twee afzonderlijke dingen, dat zijn ze nooit en kunnen ze nooit zijn. Dit is dus een terrein dat je nauwkeurig moet onderzoeken. Let heel goed op! Neem waar hoe moeilijk je het jezelf maakt als je optreedt tegen de vormen van afleiding van je eigen geest. Aan de andere kant: als je je door jouw geest mee laat slepen, elk weggetje in, elk omweggetje, elk kleine achtersteegje, dan loopt het vast en zeker ook mis. Maar dit zijn niet de enige twee mogelijkheden. Er mag voortdurend wat gaande zijn in onze geest, maar let ook eens op hoe tijdelijk het allemaal is. Ineens is de ene gedachte vervangen door de andere.

Wat is de waarnemer?
Wie is het die denkt? Als je je gedachten aan het najagen bent, zoom dan een beetje uit. Wie is het die denkt? Vergeet de gedachten, die zorgen wel voor zichzelf. Kijk hiernaar: wat is dat schijnbare punt dat lijkt te denken? Doe een stap terug. Ja, natuurlijk, boeddhisme leert dat er geen permanent zelf bestaat. Maar als je daar de hand op probeert te leggen en tegen jezelf zegt dat er geen permanent zelf is, dan zit je ernaast. Waarnemen, daar gaat het om. Misschien is het voor jou wel zo dat er werkelijk een heel echt 'zelf' lijkt te zijn. Kijk dan beter en zonder angst, kijk heel goed. En merk het verschil op tussen gewoon kijken en het najagen van gedachten, meegesleept worden langs allerlei omwegen. Je moet je bezig houden met de denker, niet met de gedachten. Keer je blik om. De gedachten doen er niet toe. Het zijn losse flodders die komen en gaan, hoe diepzinnig ze ook mogen lijken, hoe angstaanjagend ook. Wie is het die denkt? Het grotere geheel biedt ons een toegang.

Dit staat voor niemand van ons ver weg. Dus denk niet dat je hiertoe pas toegang zult krijgen na twintig jaar meditatie. Het hele punt van de leer van Zen is nou juist dat het hier en nu toegankelijk is. Dat wil zeggen: zónder tussenstappen. Met niets ertussen: geen tijd, geen afstand. Gewoon dit, hier en nu. Wie is het die zit? Wát is het dat zit, is misschien juister geformuleerd. Wat is het dat zit? Houd die vraag voor je. Let goed op en laat je niet alle kanten opslepen door de uiteenlopende details van de gedachten. Allemaal veel teveel gedoe. Zoom gewoon een beetje uit. Wat is het dat denkt? Ga dit zorgvuldig na.

Lezing 1 uit een vijfdelige serie lezingen gegeven tijdens de Segaki-retraite in 2007.

Oorspronkelijke titel: The Bigger Picture of Our Lives
Vertaling: Michel Tillie

is een dharmaopvolger van eerw. meester Jiyu-Kennett, de oprichtster van de Orde van Boeddhistische Contemplatieven, een westerse boeddhistische orde in de Sõtõ-Zentraditie. Hij was tot 2019 abt van Throssel Hole Buddhist Abbey in Northumberland in Noord-Engeland en onderwijst boeddhisme in het Westen voor meer dan veertig jaar.