Dharma-onderwijs

Het komen en gaan van de omstandigheden

Schrijven omstandigheden ons de wet voor? We staan soms op zo'n manier in de wereld staan dat we de gesteldheid van het leven kunnen ervaren als een hindernis of als onontkoombaar gegeven, waar we ons naar moeten voegen als slaven naar hun meester. Dat gebeurt als we leven vanuit een bepaald standpunt. En dat gaat heel erg diep: te kunnen geven waar de omstandigheden om vragen, dat is gehoor geven aan de oproep van het leven.

Als we vasthouden aan een bepaald standpunt, als we kijken vanuit een bepaald punt, kunnen we niet werkelijk horen wat het leven ons te zeggen heeft en wordt ons leven dus beheerst door de omstandigheden, en vooral door onze innerlijke dwang.

Geen vast gezichtspunt
Wie zijn wij? Soms verschijnen we als kind, een andere keer als ouder, en dan misschien weer als kind. De ene keer kind, de andere keer ouder, onder steeds weer andere omstandigheden. Als we vasthouden aan een bepaald gezichtspunt of de wereld vanuit een bepaalde hoek bekijken, dan kunnen we niet meegaan met de wisselingen, met dit noodzakelijke komen en gaan. Als we die positie loslaten, kunnen we begrijpen wat noodzakelijk is. En in feite zullen we heel vaak vaststellen dat we al gehoor hebben gegeven. Er is een bepaald besef, misschien achteraf, dat we ergens gehoor aan hebben gegeven in plaats van dat we heel bewust iets hebben veranderd. Wat dit mogelijk maakt is ons streven om niet langer vast te houden aan een bepaald gezichtspunt.

Non-dualiteit
Het is triest om vast te zitten in geklaag en zelfrechtvaardiging. Dat verhindert dat we mee kunnen gaan met het komen en gaan. In de diepte van meditatie, het hart van de stille beschouwing, is er geen centrum, geen middelpunt van een afzonderlijk wezen. Nu is het een zorgwekkende uitspraak om te zeggen dat er geen centrum van ons afzonderlijk bestaan is. We hebben de neiging te denken dat zonder centrum zijn betekent dat we geen ruggengraat hebben, dat we niet voor onszelf kunnen opkomen, niet gegrond zijn en weggeblazen worden door elk zuchtje wind uit elke richting. Daar zijn we misschien dan bang voor, maar dat is helemaal niet waar ik het over heb. Er is geen kern in ons afzonderlijk bestaan, maar er is wel een kern van zijn. Er is een ware natuur, maar de ware natuur is niet wat we denken dat zij is. De vraag die het komen en gaan, eb en vloed van het leven aan ons stelt, is dat punt los te laten waaromheen angsten, verlangens en zienswijzen zich vormen.

Werkelijke overgave
Het is één ding om zicht te krijgen op het grootse visioen van de non-dualiteit. Maar we moeten ook gehoor geven aan de oproep die daarmee gepaard gaat. Anders is het niet meer dan het zoveelste fantasiebeeld. De oproep die ermee gepaard gaat vraagt om een diep innerlijk loslaten, een overgave. Dus: als de persoon naast jou je irriteert, laat je je dan de wet voorschrijven door omstandigheden? Probeer je onder die omstandigheid sterk te zijn in jezelf, of erken je dat er geen kern van een afzonderlijk bestaan is? Dat ene punt bestaat niet.

Er is een oude dialoog overgeleverd die wel eens wordt opgevat als een koan. Het is een gesprek tussen zenmeester Tozan en een lid van de gemeenschap die het volgende aan Tozan vraagt:

De monnik vraagt: "Als kou en hitte komen, hoe kunnen ze dan worden vermeden?"
Tozan antwoordt: "Waarom ga je niet daarheen waar kou en hitte niet bestaan?".
En de monnik vraagt: "Waar is dat?".
Tozan antwoordt: "Als het heet is, maakt de hitte ons volledig; als het koud is, maakt de kou ons volmaakt"

De omstandigheden van hitte en kou kunnen staan voor geboorte en dood. Zo wordt het vaak opgevat, maar in feite zijn hitte en kou de omstandigheden die komen en gaan. Ik denk niet dat die monnik zo dwaas was dat hij niet wist waar de plek was waar kou en hitte niet bestaan; hij wilde gewoon meer te weten komen over die plek. Als hitte en kou komen, hoe kunnen we ze dan vermijden? Eigenlijk zouden we inmiddels het vermijden van hitte en kou wel achter ons moeten hebben gelaten. Proberen we ze echt achter ons te laten? In dat geval proberen we nog steeds om ze te vermijden. Het antwoord op leven en dood ligt niet in een leven na de dood. Het antwoord op de vraag wat we het beste kunnen doen is hier en nu.

Werkelijk aanvaarden
We lopen allemaal tegen omstandigheden aan. Wil je een slaaf zijn van de omstandigheden? Wat ga je doen als je tegen hitte of kou aanloopt? Tozan zegt: "Als het heet is, maakt de hitte ons volledig; als het koud is, maakt de kou ons volmaakt". Hier wordt een diep geven van ons gevraagd. Wees er niet bang voor. Als we niets verder zoeken dan wat er hier en nu is, dan maakt de hitte die komt ons volledig. Het is volledig zoals het nu is. Als we niet langer naar méér zoeken, dan is dat het ware Zijn. Komen en gaan van kou en hitte, eb en vloed van de omstandigheden maken ons compleet. Maakt het dan uit wat die omstandigheden zijn?

Dit staat los van de vraag of je een monnik bent of een leek. Het heeft alles te maken met de diepte van je wens. Hier is het waar de weg zich ontvouwt, en als we ons inhouden en niet op deze wijze geven, op deze diepe, diepe wijze aanvaarden, dan lopen we onze ware erfenis mis. Zorg dat je niet alleen achter blijft.

Lezing 4 uit een vijfdelige serie lezingen gegeven tijdens de Segaki-retraite in 2007.

Oorspronkelijke titel: The Tides of Circumstance
Vertaling: Michel Tillie

is een dharmaopvolger van eerw. meester Jiyu-Kennett, de oprichtster van de Orde van Boeddhistische Contemplatieven, een westerse boeddhistische orde in de Sõtõ-Zentraditie. Hij was tot 2019 abt van Throssel Hole Buddhist Abbey in Northumberland in Noord-Engeland en onderwijst boeddhisme in het Westen voor meer dan veertig jaar.