Dharma-onderwijs

Terug naar lezingen en artikelen

Leven en dood, of toch niet?

9 Juli 2020

Het leven bestaat uit contrasten. Er is ‘hoog’ omdat we ‘laag’ kennen, er is ‘veraf’ omdat we ‘dichtbij’ kennen, er is ‘mooi’ omdat we ‘lelijk’ kennen, ‘prettig’ omdat we weten wat ‘onprettig’ is. Er is drukte en stilte, spanning en ontspanning, wijsheid en domheid, angst en moed, verdriet en geluk. Allemaal contrasten die elkaar betekenis geven. We weten wat triestheid is en daarom kunnen we zo genieten van de vreugde. Voor een persoon die blind geboren is heeft het woord licht of donker geen betekenis, net zomin als dat de woorden stilte en geluid voor een doof geboren persoon geen betekenis hebben. In het ervaren van contrasten krijgt elk zijn betekenis door de afwezigheid van het tegenovergestelde. Licht krijgt zijn betekenis door de afwezigheid van donkerte, vreugde door de afwezigheid van verdriet, ontspanning door de afwezigheid van spanning. Omdat ze zo onderling van elkaar afhankelijk zijn in hun betekenis, vormen contrasten tezamen altijd een ondeelbaar geheel. Hun betekenissen kennen betekent het geheel kennen. We kunnen dat geheel Het Leven noemen want is er ooit een ervaring die buiten dit spel van elkaar afwisselende contrasten en dus betekenissen valt?

Die vraag brengt ons naar het begrip dood. Voor de meesten van ons lijkt de dood te contrasteren met het leven. Sommigen zeggen dan ook dat het leven zijn betekenis krijgt door het bestaan van de dood. Wanneer we naar dood kijken als contrast van leven, dan is de dood niet iets wat we uit eigen ervaring kennen. Toch scheppen we er voor onszelf een beeld van. Voor de ene is dat een eeuwig zijn in een hemels licht met hemelse vreugde, hemelse rust en wellicht zelfs met hemelse muziek of de aanwezigheid van anderen die ons in dit leven nabij stonden. Voor de ander is het juist het omgekeerde: het ontbreken van licht, geluid, van vreugde of verdriet, met als uiterste de dood als een compleet niet-zijn. Maar kunnen we ooit weten wat niet-zijn werkelijk is? Niet-zijn kan geen ervaring zijn want om te ervaren moet er iemand zijn die ervaart. In al onze pogingen om de dood te beschrijven kunnen we niet anders dan dit te doen in termen van contrasten en dus in termen die het leven beschrijven.

Bestaat de dood dan wel eigenlijk als de betekenis ervan voortkomt uit de contrasten die het leven zelf zijn? Leven en dood vormen geen geheel en geven elkaar geen betekenis want uiteindelijk kennen we alleen maar het leven en niet de dood. Als het leven de dans van contrasten is, is dan niet de enige juiste conclusie dat er alleen maar leven is en wij ten diepste die dans zijn? Dit is niet een ontkenning van geboorte en dood in de betekenis van het verschijnen en het verdwijnen, het in aanwezigheid komen en uit de aanwezigheid verdwijnen. Alle vormen, materieel en immaterieel, komen en gaan maar zie dat dit ook de dans van de contrasten is, dus het leven zelf. Natuurlijk is ons lichaam daar deelachtig aan. Het verschijnt, verandert en verdwijnt. Elk lichaam, zoals elk ding, komt en gaat, net zoals ook elke emotie of gedachte komt en gaat.

Zenmeester Dōgen schrijft dan ook in de Shōbōgenzō dat geboorte en dood eenvoudigweg  twee posities zijn in de stroom van de tijd. Je kan ook zeggen dat ze twee tijdspunten zijn in de stroom van het leven, net zoals jouw vreugde en verdriet twee tijdspunten zijn in die stroom en alle contrasten twee tijdspunten zijn in die stroom. Eerw. meester Jiyu noemde haar eerste boek ‘Zen is Eternal life’, Zen is Eeuwig (in de betekenis van ‘tijdloos’) Leven. Hier wordt het leven niet geconceptualiseerd als een onveranderlijk eeuwigdurend iets maar begrepen als de dans in elk hier en nu waarin de contrasten zich kenbaar maken. Soms dit, soms dat. Ons verschijnen en verdwijnen als persoon zijn volledig deel van die dans.

Dus waarom heeft de mens zo’n angst voor de dood? Misschien omdat we vrezen niets meer te ervaren. Maar wie heeft dat ooit ervaren, een niet-ervaren? Leven is ervaren en is die tijdloze dans van de contrasten. Zie dat die dans nu in dit moment gaande is. Het stopt nooit.  Je lichaam doet volledig mee aan die dans: nu ben je dit, morgen ben je dat. Uiteindelijk zal dit lichaam tot een einde komen maar de dans van het leven gaat door en zet steeds weer een nieuwe stap. Misschien wordt je wakker maar nu als man als je vrouw was, of vrouw als je man was. Of misschien in een hele andere vorm. Het is steeds weer nieuw want in de dans van het leven is geen enkele stap ooit volledig verschillend, noch volledig gelijk. Het is nooit een herhaling van zetten. Dit is Het Leven dat we zijn!

*     *     *     *     *

"Hier wordt het leven niet geconceptualiseerd als een onveranderlijk eeuwigdurend iets maar begrepen als de dans in elk hier en nu waarin de contrasten zich kenbaar maken. Soms dit, soms dat. Ons verschijnen en verdwijnen als persoon zijn volledig deel van die dans."

werd in 1990 in het Zenklooster Throssel Hole Buddhist Abbey in Noord-Engeland tot boeddhistische monnik gewijd en ontving vijf jaar later de Dharmatransmissie van zijn meester, eerw. meester Daishin Morgan, abt van het klooster. In 1998 werd hij een Dharmaleraar van de Orde en in oktober 2017 tot Zenmeester benoemd. Sinds begin januari 2005 woont en werkt hij in De Dharmatoevlucht