Dharma-onderwijs

De voorwaarden veranderen, de volledigheid niet

Morgen vieren we de Ceremonie van de Hongerige Geesten (Segaki) en ik zou graag willen ingaan op het verband hiervan met de onderwerpen van de afgelopen dagen.

Als omstandigheden zich voordoen, welke omstandigheden dan ook, maken ze ons volledig en compleet. En dan veranderen de omstandigheden zich. Acceptatie betekent dat de omstandigheden veranderen, maar dat de volmaakte volledigheid blijft bestaan. Dus als we zeggen dat hitte en kou ons volledig en compleet maken, betekent dat niet dat we onvolledig waren voordat hitte of kou zich voordeden. Dat is de activiteit van een zeer volledig, zeer diep accepteren.

Welke omstandigheid zich ook mag voordoen, of het nu gaat om onze gezondheid, onze geboorte of onze dood, onze vrijheid of onderdrukking, ze is onze vervollediging. Omstandigheden maken hoe wij ons uiten. Onze uiting is de uitdrukking van onze volledigheid. Omstandigheden veranderen, er gebeuren dingen en in dat gebeuren worden we volmaakt volledig gemaakt. Maar daar eindigt het verhaal niet. Er is een manier van uiten die voortkomt uit die volmaakte volledigheid. Dat is de activiteit van verlichting. Om het met andere woorden te zeggen: Kanzeon hoort de roep van de wereld en heeft duizenden handen om mee te reageren. Het zich voortdoen van omstandigheden is Kanzeon die de roep hoort. De omstandigheden maken Kanzeon compleet, want zonder omstandigheden is er geen Kanzeon. Maar een Kanzeon zonder uiting is een onmogelijkheid. Kanzeon hoort niet alleen, maar Kanzeon uit zich. En in die uiting komt de wereld van verlichting naar voren. Je zou kunnen zeggen dat de wereld van verlichting tot ontwaken komt. De volledigheid en de uiting zijn niet gescheiden.

Hongerige geesten (gaki's)
In de traditionele boeddhistische kijk op de kosmos zijn hongerige geesten wezens die menen dat water vuur is. Als ze proberen te drinken, verbranden ze hun keel omdat ze denken dat water vuur is. Deze vreselijke toestand komt voort uit hun misverstaan van de omstandigheden. Als we ons aan dingen vastklampen, als we worden gedreven door angst en verlangen, dan scheppen we een wereld, een wereld van ervaring. Angst brengt verlangen voort, verlangen brengt angst voort. Angst en verlangen versterken elkaar wederzijds en zo sluit de kring zich. En binnen die afgesloten kring denken we dat water vuur is.

Ik had het gisteren bijvoorbeeld over de betekenis van overgave. Als we bang zijn om onszelf volledig te geven, dan denken we eigenlijk dat water vuur is, dat het water van mededogen ons zal opbranden. Als we het dus over hongerige geesten hebben, denken we niet per se aan een speciaal domein, maar aan hoe wezens waar dan ook gevangen raken in lijden. In alle sferen van bestaan die we kennen is de dynamiek van het lijden in feite dezelfde. In de klassieke voorstelling van het wiel van het leven wordt de Boeddha getoond in elk van de zes sferen van bestaan: die van de hemelen, de hellen, de hongerige geesten, de dieren, de deva's, de strijdende goden. Het verschijnen van de Boeddha staat voor mij niet zozeer voor het verschijnen van een mythisch wezen in een bepaalde sfeer, maar meer voor de aanwezigheid van de leer onder de voorwaarden en omstandigheden in die sfeer. Met andere woorden, als het heet is, maakt de hitte ons volledig en compleet. Als we de aard van hitte kunnen zien, als we onszelf toelaten om de ware aard van hitte te zien, dan worden we ons bewust van de aanwezigheid van de Boeddha. En hitte, vergeet dat niet, is de omstandigheid van het moment. Of we dat nu als hitte of als kou ervaren, leven of dood, hier en nu is er het verschijnen van de Boeddha. En dat is echt. Dit is levende verlichting in het hier en nu. Niet afhankelijk van wat dan ook en toch door elke omstandigheid volmaakt volledig gemaakt. Elke omstandigheid geeft het de vorm die het heeft. En het is goed en menselijk dat we proberen de omstandigheden te verbeteren. Dat is een onderdeel van het werk van Kanzeon. We kunnen dat doen door het besef dat we door diepe aanvaarding van de omstandigheden zoals ze zijn kunnen komen tot de ware uiting. En in deze uiting verschijnt de Boeddha in deze wereld.

En daarom bieden we in onze ceremonie de Dharma aan als offergave aan de hongerige geesten. Wie eerder aan deze ceremonie heeft deelgenomen weet dat er gelegenheid is om specifieke overledenen te herdenken. Er zijn ihais, herdenkingsplaquettes van papier zoals van het Kanzeon-altaar, waar je de naam op kunt schrijven van degene die je wilt herdenken en die wordt dan op het altaar geplaatst voor de Segaki-ceremonie. Op die manier maak je een offergave van liefde, geef je uiting aan de geest van Kanzeon als reactie op de omstandigheden die voortkomen uit hun dood. Je zegt daarmee niet dat het hongerige geesten zijn. De ceremonie wordt opgedragen aan alle overledenen. Er is een allesomvattende herdenkingsplaquette in het midden van het altaar, waarop gewoon staat: Ter nagedachtenis aan alle overledenen.

Aanvaarding
We hoeven echt niet naar anderen te kijken om te zien of het misschien om hongerige geesten gaat. We doen gewoon ons uiterste best en maken een offergave van de Dharma. Oorspronkelijk werd dat gedaan door een maaltijd aan te bieden aan monniken die vervolgens de verdienste van hun training opdroegen aan de overledenen. Maar aangezien we allemaal trainen en wij allemaal ons leven wijden aan de beoefening, kunnen ook wij dat voedsel ontvangen en in onze transformatie van dat voedsel geven wij uiting aan het leven van training en bieden dit aan. Want als we toelaten dat de omstandigheden ons volledig en compleet maken en wij uiting geven aan die volledigheid, dan is de verdienste oneindig. Als we de wens koesteren dat alle wezens de waarheid mogen vinden die wij zelf aan het ontdekken zijn, maak je er dan niet druk om of je haar wel of niet hebt gevonden. Probeer uiting te geven aan de aanvaarding wanneer omstandigheden zich voordoen. Door jouw aanvaarding zal die uiting tevoorschijn komen en ze zal heel duidelijk bij jou passen en jouw omstandigheden. Want het is iets dat alleen jij kunt aanbieden. Het is jouw beoefening om jouw eigen uitingsvorm aan het licht te brengen, er vervolgens uitdrukking aan te geven en de verdienste daarvan op te dragen aan alle levende wezens waar dan ook. En uiteraard denken we daarbij speciaal aan die wezens, die in diep lijden verstrikt zijn.

Als we even terugkeren naar mijn wat losse omschrijving van hongerige geesten als wezens die geloven dat water vuur is, dan gaat het daarbij eigenlijk om een symbool van de moeite die het kost om de leer werkelijk te kunnen horen als we lijden. We hebben het over de gevaren van meningen. Natuurlijk hebben we allemaal meningen, we moeten allemaal onze weg zien te vinden door meningen en opvattingen heen; als menselijke wezens moeten we waarschijnlijk opvattingen hebben om te kunnen functioneren. Maar het is wel heel belangrijk om te zien wat de structuur van opvattingen en meningen is. Ze hebben heel vaak een herkomst die allesbehalve rationeel is. In feite komen ze voort uit onze angsten en verlangens, ze tonen hoe wij graag zouden willen dat de wereld was of ze drukken uit wat wij vrezen dat de wereld wellicht is. En op die manier vormen onze verlangens en angsten onze blik op de wereld en die wereld lijkt daarmee voor ons ook heel erg echt. En we raken de weg kwijt in onze eigen wereld, waarin we dus eigenlijk water aanzien voor vuur. De Dharma is aanwezig in die wereld, maar ons vermogen om te horen is afhankelijk van onze acceptatie of, zo je wilt, van onze overgave, onze bereidheid om werkelijk en volledig los te laten. En dat uiterste loslaten is waar het om gaat, veel meer dan om een bijstellen van onze opvattingen, want aan het gekibbel over wat wel of niet de juiste opvatting is, daar komt nooit een einde aan. Natuurlijk zijn er zaken die heel duidelijk uiting geven aan de Dharma en er is de noodzaak om de Dharma te bespreken en de aspecten daarvan op te helderen. Maar dat de een het ene gelooft en de ander iets anders, dat is meestal niet op een rationele opvatting gebaseerd, maar komt voort uit veel diepere lagen. En het gaat erom dat we vat krijgen op die diepgewortelde en minder goed zichtbare kijk op de wereld, en dit terrein laat zich ook omschrijven als de sfeer van de hongerige geesten.

ogen BoeddhaHoewel de Boeddha verschijnt in de sfeer van bestaan van de hongerige geesten, vernietigt de Boeddha de sfeer van de hongerige geesten niet. Om het beeldender uit te drukken: de Boeddha trapt de deuren van die sfeer niet in om de hongerige geesten mee te slepen naar één of andere hemel. Je hebt er weinig aan om het ene ding te verruilen voor het andere, want die hemel zou heel verworden tot dezelfde plaats waar de hongerige geesten net vandaan kwamen. Elke 'geest' moet op eigen houtje tot het inzicht komen dat het lijden niet wordt veroorzaakt door de omstandigheden; lijden wordt veroorzaakt door ons eigen manier van reageren op die omstandigheden. We hebben geen controle over de omstandigheden, maar we kunnen wel kiezen om te aanvaarden. In de diepte van de aanvaarding kunnen we de volledigheid aantreffen, ongeacht de omstandigheden. Dus hoewel niets kan garanderen wat de omstandigheden zullen zijn, toch kunnen we de waarheid vinden, de levende uiting van de verlichting in het hier en nu. Iedereen zal vroeg of laat, dat is ons geloof, hier aankomen en daarom bieden we offergaven in onze ceremonie aan, namelijk in de hoop dat iedereen zal horen en inzien dat wat brandend vuur lijkt te zijn, eigenlijk het water is van het mededogen van de Boeddha's. We zitten niet vast, tenzij we onszelf vastzetten.

Lezing 5 uit een vijfdelige serie lezingen gegeven tijdens de Segaki-retraite in 2007.
Oorspronkelijke titel: Conditions Change, Completeness Doesn't
Vertaling: Michel Tillie

is een dharmaopvolger van eerw. meester Jiyu-Kennett, de oprichtster van de Orde van Boeddhistische Contemplatieven, een westerse boeddhistische orde in de Sõtõ-Zentraditie. Hij was tot 2019 abt van Throssel Hole Buddhist Abbey in Northumberland in Noord-Engeland en onderwijst boeddhisme in het Westen voor meer dan veertig jaar.